Transport.
Die F40 cats werden destijds in een zeecontainer van wedstrijd naar wedstrijd vervoert, waardoor de mast dus deelbaar moest zijn. De mast is dus in twee delen en dat is alweer een meevaller. Met een gehuurde aanhanger (schamelwagen 10m. lang incl. dissel) kan ik de mast dus zelf ophalen, 1300km. verderop in de buurt van Sète, Zuid Frankrijk
Helaas gooit Covid-19 roet in het eten en moet ik het ophalen van de mast een paar maanden uitstellen. Tussentijds papieren regelen t.b.v. noodzakelijk bezoek lukt niet. Eindelijk wordt duidelijk dat we na 15 Juni weer naar Frankrijk kunnen reizen. Ik reserveer de aanhanger bij de verhuurder in Lelystad en maak een afspraak om in het weekend van 20 Juni naar Zuid Frankrijk af te reizen.
Joost (Sunday) heb ik met mijn enthousiasme aangestoken en biedt aan om mee te gaan. Dat laat ik mij geen twee keer zeggen en we spreken af er een leuk weekend van te maken. Slaapzakken mee want Anne heeft aangegeven dat we bij haar op de werf kunnen slapen. Het kan niet mooier.
Donderdagmiddag ga ik de aanhanger ophalen, tjeemig wat een joekel. Ik kan aan het eind van ons doodlopende straatje rond de parkeerplaats maar net keren. Dit ding snijdt de bochten enorm af. Het lukt maar net. Ik verzamel nog wat stophout, smeer voldoende bammetjes voor een paar dagen en vul de koelbox achter in de auto met fris, water en Corona. Die gaat vannacht eerst nog aan de 220V alvorens de 12V uit de auto dat gaat overnemen. Die moet dat inmiddels makkelijk aankunnen, want ....
... ik heb de koelbox die donderdagmiddag slechts kortstondig op 12V getest maar daarna bleek de auto niet meer te kunnen starten. Kennelijk is de accu gaar. Mag ook wel eens na 9 jaar trouwe dienst. Met hulp van buurmans auto en een paar kabels krijg ik de auto weer aan de praat en rij nog snel voor sluitingstijd naar de Volvo dealer die er een veels te dure nieuwe accu in zet. Nou ja, dat moet maar even. De koude drankjes onderweg zijn iig weer veilig gesteld.
Vrijdagochtend 5 uur komt Joost. Om zijn auto bij ons op de oprit te kunnen parkeren moet ik het spul een stukje in de straat verplaatsen. Iedereen slaapt nog dus ik ga niemand in de weg staan. Het lukt maar moeilijk. De aanhanger blijkt de eerste meters een andere koers te rijden dan de auto en blijft met het rek achter een boom steken.
Nou heb ik eerder ook wel eens met een schamelwagen gereden en weet dat daarmee achteruit rijden zo zijn geheimen kent die ik nog steeds niet heb kunnen doorgronden. Wat een gemartel om vrij van die boom te komen. Het lukt uiteindelijk en ik besluit een eindje rechtdoor te rijden om herhaling te voorkomen en hem in het smalle straatje recht achter de auto te houden. Teruglopend zie ik het kapot getrokken 220V snoer liggen. Vergeten, die zat nog aan de koelbox. Ha, dat begint al goed en uiteraard is in huis de stop doorgeslagen. Dat kan ik zo niet laten liggen en pruts er een kroonsteentje aan. Stroom erop en pats weer de zekering door. Ai, het kroonsteentje zit aan het verkeerde losse eind, dat wat nog op straat ligt.
Er zit kennelijk toch een zekere spanning in mij.
Die is gauw verdwenen als Joost zijn auto heeft geparkeerd en we na een kopje koffie onderweg zijn naar Sète in Zuid Frankrijk. We zijn goed voorbereid met de nodige versnaperingen aan boord, kampeerstoelen en een tafeltje om onderweg ergens de bermtoerist te kunnen uithangen en een goed humeur.
Na een paar uur rijden de eerste stop. De koffiekan is nog heet, Joost prefereert om te blijven staan maar het tafeltje gaat wel naar buiten. Geheel overbodig eigenlijk want we gebruiken de dissel om de koffie op te zetten. Bij het wegrijden vergeet ik het tafeltje dus en dat wordt door de aanhanger vakkundig verfrommeld. Toch nog niet geheel ontspannen dus …
Even later bij een benzinepomp verkijkt de bijrijdster van een camper zich in de lengte en breedte van ons transport. Terwijl ik wegrijdt doet zij haar deur open en drukt die tegen onze al rijdende aanhanger aan. De deur van de camper nekt de verkeerde kant op en de boel zit muurvast. Zo sneu voor die mensen en hun vakantie is naar de maan. Er is geen discussie over de schuldvraag en de campers verontschuldigen zich voor het gebeuren. Nou ja, voor ons niet erg maar voor hun wel heel erg sneu. Wij hebben geen schade en als de camper zich iets naar links verplaatst kunnen wij weer verder. Het lijkt een rit met hindernissen te worden, maar dat valt gelukkig mee en verloopt verder zonder bijzonderheden en vooral met ruime buitenbochten.
Net voor negenen ‘s-avonds parkeren we aan het begin van het doodlopende straatje waar de werf zou moeten zijn en gaan verder lopend op onderzoek uit. Het straatje heet heel toepasselijk “Rue des Trimarans”. Het adres is niet helemaal duidelijk maar een telefoontje brengt uitkomst en Anne (de verkoopster) komt ons al tegemoet lopen. Tegelijk speur ik de omgeving af om te zien hoe in hemelsnaam en zonder achteruit te hoeven steken we hier weer weg komen. Nou ja, dat is voor morgen.
Na een kennismaking, snelle inspectie van de koopwaar en een koude Corona zoeken we de slaapzak op in het woonvertrek van “l’architecte”, de constructeur van de verbouwing van haar F40 cat. Het uitzicht de volgende morgen is “Méditerranée” met op de voorgrond de voormalige en nu rode F40 voorzien van ronde kajuit en trapeze. Aan de overkant van het "Étang de Thau" ligt Sète.
Zaterdagochtend maak ik een ronde in de omgeving met zeer inspirerende werfjes waar allerlei dromen worden waargemaakt. Ik neem mij voor hier vanmiddag met Joost terug te komen. Mijn zorgen nu zijn hoe onze combinatie weer de goede richting op te krijgen. Ik zoek in feite naar genoeg ruimte voor de grote draaicircel die ik nodig heb om de boel te keren.
Achter de laatste bocht blijkt een botenhelling te zijn met parkeerruimte waar op dit vroege uur nog geen geparkeerde auto’s staan. Dat moet lukken. Snel haal ik de auto op, draai de combinatie weer de goede kant van de straat op en parkeer vlak voor het hek waarachter de mast ligt.
Joost komt aangelopen en is verrast dat de combinatie weer de goede kant op staat. Ik vertel hem dat ik met de aanhanger achteruit het bochtje ben om gereden. Even zonder pottenkijkers weet je wel. Immers, oefening baart kunst.
Ik zie aan zijn gezicht dat hij mij niet gelooft …
12 uur in de middag is de boel opgeladen en vast gesjord. Het meegebrachte stophout bewijst goede diensten en halverwege de kar maken we nog een ondersteuningsconstructie om doorbuiging en eventueel vibratie te voorkomen. Met vooruitziende blik had ik daarvoor zaag, boortjes, schroeftol en schroeven meegenomen en thuis al een dwarsbalk aangebracht tussen de opstaande schotten van de aanhanger. Het vele touwwerk dat ik had meegebracht, teveel maar onder het mom baadt het niet schaadt het niet, vindt vrijwel volledig zijn plek in de vele sjorringen en spandraden. Dat geeft vertrouwen.
Na een rondleiding op het werfje, wat sightseeing in Sète, een zoektocht naar een rood gestreept bord voor uitstekende lading, een dineetje in een plaatselijk restaurant waar ze kennelijk nog nooit van Covid-19 hebben gehoord en een koude Corona nemen we afscheid van Anne. Morgenochtend (Zondag) vertrekken we weer voor de 1300km. rit naar huis.
Aanvankelijk dacht ik dat de twee delen van de mast ca. 10m. lang zouden zijn. Perfect passend voor de aanhanger dus. Het blijkt echter een stuk van ca. 9m. en een stuk van ruim 11,5m. te zijn. Mede door enkele reacties op dit forum zijn we toch wat ongerust geraakt over het al of niet nodig hebben van een rood gestreept bord i.v.m. de uitstekende lading.
Vanaf een meter uitstekend heb je zo’n bord nodig. We hebben het echter niet kunnen vinden. De toch best uitgebreide automaterialen zaak had het niet en wist ook niet waar zo’n bord wel te krijgen was. We besluiten daarom eensluidend dat de mast slechts 99,5 cm aan de achterzijde uitsteekt. Het idee om er een geel hesje aan vast te binden verwerpen we meteen weer. Dat vraagt alleen maar om aandacht. Aan de voorzijde mag de mast niet voor de dissel uitsteken. Kijkend door de zijkant van mijn variofocus bril klopt ook dat precies.
Joost zei nog dat we op de heenweg geen politie hebben gezien. Daar hadden we ook geen oog voor, nu wel. De twee motoragenten langs de kant van de tolweg komen ons niet achterna. Het was dus een goed idee om er geen hesje aan te knopen. Vlak voor negenen zondagavond zijn we weer thuis en ligt de mast in het gangpad naar de tuin. Operatie transport geslaagd.