@ poemy:
De invloed van de spoed is dat een schroef veel of weinig cavitatie opwekt. Als de boot te langzaam is voor de combinatie spoed en rotatie snelheid van de schroef, dan krijg je teveel onderdruk aan de voorzijde van de achterrand van de schroefbladen. Als je te weinig spoed hebt in verhouding tot schroef rpm en boot snelheid, dan kun je cavitatie krijgen aan de tegen overgestelde kant (zeldzaam) maar je zult vooral een probleem hebben met je snelheid, je komt gewoon niet meer op snelheid daarmee.
Vergelijk de schroef denkbeeldig met een kurkentrekker, je moet deze in de kurk draaien, maar de spoed van de trekker bepaald je snelheid, dat is met een schroef net zo. Ga je de schroef forceren met een verkeerde snelheid, dan trek je de kurk uit elkaar, of het water uit elkaar. Als je hard genoeg aan water trekt krijg je een onderdruk, als dat "vacuum" groter word dan de dampspanning van het water, dan krijg je een implosie, dat word cavitatie genoemd.
Als je het blad oppervlakte te groot maakt, dan ondervind de schroef te veel weerstand in het water en krijgt de motor hem te moeilijk rond met de juiste kracht en snelheid.
Bladoppervlakte word bepaald door de bladoppervlakte verhouding en de diameter. De bladoppervlakte is uitgedrukt als het percentage van de volledige circel dat is bedekt met schroefblad (geprojecteerd, niet het werkelijke oppervlak)
Als de diameter groter word is het nodig om de bladen smaller te maken, als je daarmee te ver doorschiet dan verhoogt dat kans op cavitatie weer omdat je het blad als het ware overtrekt.
Het tegenovergestelde gebeurt ook, als je de diameter te klein maakt heb je te grote (lees brede) bladen nodig waardoor je teveel weerstand hebt voor de heoeveelheid gewenste stuwdruk.
De boot zelf heeft maar heel weinig invloed op het geheel, het is voornamelijk de verhoudingen tussen de boot snelheid, schroef rotaties en afgegeven vermogen door de motor.
Voor trillingen maakt het inderdaad uit wat voor keerkoppeling je hebt in combinatie met de motor.
De rpm's van de motor, het aantal cylinders en de vertraging van de keerkoppeling mogen niet deelbaar zijn door elkaar met als uitkomst een heel (of dicht daarbij) getal, dat zal de frequentie versterken.
Het is vaak niet slim om een dreibaldsschroef op een drie cylinder motor aan te sluiten, zo moet je ook nooit een 3 cylinder op een 3:1 keerkoppeling aansluiten etc etc.
kortom het is best een complex verhaal en om een goede schroef te hebben moet je inderdaad diameter, rpm, spoed en baldoppervlakte verhouding in orde hebben.
Klapschroeven en vaanstand schroeven hebben daarbij eenprobleem, alles is instelbaar behalve de bladoppervlakte verhouding. Voor 99% van alle boten valt het waarschijnlijk binnen de tolerantie grenzen en wellicht heb jij een motor/kk/snelheid die buiten het grensgebied valt.
Maar iedere schroeven specialist hoort dit te weten, dus als ze je dit niet verteld hebben of er niet aangedacht hebben, dan houden ze iets achter of het is zeker geen specialist.
Vlakheid van de romp kan alleen maar met eigenfrequentie te maken hebben, als je nu eens het vlak boven de schroef ongelijkmatig verstijfd zou het wel eens over kunnen zijn.
Trillingen kunnen versterkt worden door een geometrie die deelbaar is door zichzelf.
Als je bijvoorbeeld spanten/schotten hebt op 1 meter afstand van elkaar en je maakt je langsspanten/schotten dezelfde of halve of dubbele afstand van die ene meter, dan kun je resonantie krijgen als je de juiste frequentie bron trilling gebruikt.
Dit is te verhelpen door een spant(je) boven je schroef te lamineren, maar dan in een zodanige manier dat je het vlakke stuk in twee a-symetrische, niet rond deelbaare verhoudingen verdeeld. Dit kun je doen door het een beetje uit het midden te plaatsen, maar beter nog door het onder een hoek te plaatsen vanuit het bovenaanzicht gezien.
Kortom, er zijn diverse mogelijkheden.
Vlakheid van de romp heeft geen invloed op de prestaties van de schroef en kan dus geen excuus zijn.
gr
Erik