Voor wat je beschrijft zijn een paar redenen, die zich (nogal kort door de bocht anders wordt het zo'n lang verhaal) zo laten verklaren:
Op hoogte waait het meestal harder en uit een andere richting dan dicht bij het aardoppervlak (wordt wel grenslaag genoemd). Deze windsnelheid en schering neemt geleidelijk toe met de hoogte.
Soms is er nauwelijks uitwisseling tussen de hogere luchtlagen (bv in de zomer in de ochtend als de zon nog geen warme lucht doet opstijgen), en soms heel veel (bv door onstabiliteit veroorzaakt door hele koude bovenluchten (zoals gisteren) met bijbehorende buien.
Juist tijdens deze buien vindt er veel uitwisseling plaats waardoor de wind in de bovenlucht ook wat meer afdaalt naar de grenslaag. En dan dus in de grenslaag extra vlagerig is en nogal wat van richting verandert (door schering, verschillen in snelheid, en nog versterkt door de dalende koude luchtmassa's uit de bovenlucht).
Tips;
Lees eens 'Het weer van morgen' van Karnetski, ga lekker meelezen op
www.weerwoord.be, of doe bv een (theorie of praktijk) cursus bij 'weatheratsea'