Zo, we waren dus weer terug ter hoogte van Terschelling, tussen de 2 verkeersscheidingsstelsels in. Op de motor koersten we inmiddels oost, richting Helgoland. De kapitein had besloten dat we toch nog ergens moesten kunnen passagieren. En waar kan dat beter dan in een tax-free-paradijs? De rederij had een ligplaats aangevraagd, maar tot dusver hadden we nog geen bevestiging.
De wind bleef ook oost, dus ploeterden we verder. De wacht werd een 'motorwache'. Dat betekent dat alleen de uitkijk en de roerganger bovendeks bleven, de rest verbleef op afroep in de Messe. Elk uur wisselt de uitkijk en roerganger. Wij tweeën, de stuurlieden, hebben dan ook ruim de tijd voor sociale activiteiten en koffie drinken. Maar ook om alle mogelijke instellingen van ECDIS en RADAR uit te proberen. Zo op de motor is voor de slapers ook niet zo verkeerd, het schip beweegt zich heel prettig met kleine golven op de kop. De snelheid werd aangepast op een aankomst rond zaterdag 15.00 uur. Helgoland is vol, kregen we door. We gaan het toch proberen, zei de kapitein.
Vrijdagnacht, bij aanvang van mijn wacht, waren we in de buurt van het zuidelijk gaande TSS. Dat moesten we dus dwars over. Maar eerst een beetje slalommen door een ankergebied. Naar het zuiden zagen we een hoop rode lichten gaan. AIS gaf geen uitsluitsel wat dat was, het leek op een sleep, misschien de marine met een onderzeeër? Parallel aan ons aan bakboord voer een groot containerschip, bestemming Hamburg, dus die ging rechtdoor. Even later kwam er toch een schip vanuit de Noord. De stuurman gaf 20 graden bakboord door, ik checkte AIS en RADAR nogmaals. We zaten bijna op een mijl van het TSS, dus dichterbij moet je niet komen dan. Nu strak Noord, gaf ik door, we komen te dichtbij. We draaiden keurig achterlangs en staken over.
De nieuwe wacht kwam op, tijd voor een biertje en wat slaap. Toen ik weer wakker werd, zag ik Helgoland aan stuurboord. Gauw naar boven, er bleek toch plek aan de Ostdamm, net voor de Großherzogin Elisabeth. Er lagen nog een paar tallships aan de overkant, maar druk was het nog niet. Na ons kwamen er nog een aantal bij en toen was het toch aardig vol, bijna allemaal Hollanders onderweg naar Hamburg: Flying Dutchman, Marie Galante, Abel Tasman en Eye of the Wind, een Engels schip.
Met Hemelvaart begint daar de Hafengeburtstage, ook de Alex zou daar heen gaan. Maar wij gingen nu eerst inkopen en stappen!
Om 2 uur werd ik weer gewekt, Hafenwache tot 4 uur samen met een trainee. Iedereen was al weer aan boord, zo zeiden onze voorgangers. Trossen checken, de gangway hield het net, best wel een hoge kade en ruim 2 meter getij. Gelukkig had de bootsman het scharnier losgekoppeld, zodat de gangway ook naar boven ruimte had. Om 4 uur kwam de nieuwe wacht volledig op, zo ook de kapitein. Ik bleef nog even om te helpen bij het wegvaren. Met opkomend tij naar de Weser. Vanaf 8 uur was het schoon schip maken. Rond de middag kwamen we aan in Bremerhaven. Weer een mooie ervaring rijker.
Epiloog
Mijn eerste reis met de Alex van Grand Bahama naar Bermuda draaide ik de 4-8 wacht, samen met de 1e stuurman die altijd op een visserschip had gevaren, we hebben toen alles gezeild. De rolverdeling ligt dan voor de hand. Hij deed voornamelijk de navigatie en ik het werk aan dek, begeleiden van de matrozen met zeil, uitkijk en sturen. Deze reis draaide ik de 12-4 wacht met de 2e stuurman, een zeiler die via Hochseesportpatent en aanvullende cursussen zijn patent voor dit schip had verkregen. Zeker als we zeilden zat ik deze reis meestal in het Kartenhaus, deed navigatie en communicatie. Zo heb ik na 2 reizen dus een vrij volledig beeld gekregen van wat van me verwacht wordt als ik een volgende reis als stuurman mag varen. Formeel duurt nog even totdat ik mijn vaardagen heb. Eind van het jaar gaat de Alex naar Brazilië en de Carieb. Dan ga ik zeker weer mee!