Ik ben nog maar weer even aan het denken geweest
.Het is natuurlijk wel zo dat die van de schroef veel kleiner zijn dan die van de saildrive. Omdat daardoor het oppervlak t.o.v. de massa/inhoud veel groter is zal die op de schroef sneller weg zijn dan die op de saildrive.
De hoeveelheid die een anode verliest is per definitie evenredig met het oppervlakte , niet met de inhoud. Daarom verdwijnt een schroefanode relatief sneller dan die van de saildrive.
Voorbeeldje , stel de inhoud van de saildriveanode op 200cc en die van de schroefanode op 40cc .
Ik neem even voor het gemak aan dat het om kubussen gaat . De ene weegt dan 1400 gram en de andere maar 280 gram ( s.g. van zink is 7) . Het oppervlak van de ene zal 205cm2 zijn die van de kleine 70cm2 .
Als de afname bijv. 3mm/jaar is zal dat dus bij de ene 205*0,3=61,55 cc zijn en van de andere 70*0,3=21cc.
De afname van de ene is dat dus 61,55/200*100=30,775% zijn en van de andere 21/40*100=52,5% . Een verschil dus van 70% in afname
Hoe groter de verschillen in afmetingen , des te groter het verschil.
Maar of dat helemaal de hier getoonde verschileln kan verklaren weet ik ook niet , dan zou je van beide on nieuwstaat het gewicht en het oppervlak moeten meten en dat laatste lijkt me verre van eenvoudig.
Bepalen van welk materiaal een anode is zou heel wat simpeler zijn. dat kan gewoon met een weegschaal en een emmertje water en de goeie ouwe Archimedes .
Ad