Een goede kabelschoentang ziet er uit zoals deze:
Een tang als deze knijpt met een zeer grote en altijd gelijke kracht, het is hiermee vrijwel onmogelijk om een slechte verbinding te maken. De kabelschoentjes worden zodanig vastgeknepen dat er inwendig eigenlijk een massief geheel ontstaat. Kenmerkend is de bek met dubbele aanslag en de ratel die pas los gaat als de juist kracht is bereikt. Op het kabelschoentje wordt een nummer geperst die 'bewijst' dat de juiste tang gebruikt is.
Dit in grote tegenstelling tot de goedkope platte tangen zoals deze:
Die kom je vaak tegen, maar daarvoor is maar één goede bestemming: de afvalbak. De knijpkracht is te gering, slechts op één plaats en het kabelschoentje wordt niet goed opgesloten in de bek waardoor het niet 'krimpt' maar 'plat' wordt geknepen. NIET gebruiken dus!
Om het geheel netjes af te werken kan het kabelschoentje van een stukje (bij voorkeur verlijmde) krimpkous voorzien worden. Daarmee krijg je een mooie waterdichte verbinding en is de overgang minder 'hard'. Verlijmde krimpkous werkt net als normale krimpkous, maar er zit een dun laagje lijm aan de binnenzijde wat enigszins uitvloeit bij verwarmen. Verwarm krimpkous bij voorkeur met een verfföhn en niet met een aansteker.
De verbinding draad - klem is bij een goed gemaakte kabelschoen zéér sterk en heeft als groot voordeel dat deze ook bij dynamische belastingen (trillingen) of warmte (hoge stroomsterktes) niet losser gaat zitten als gevolg van vloei. Soldeerverbindingen zijn daarom minder betrouwbaar!
De Wago klemmetjes zijn erg handig in het 230V circuit omdat ze een betrouwbare verbinding geven die ook in lastige hoekjes te maken is. Ook voor zwakstroom verbindingen zijn ze soms handig. Ik heb er bijvoorbeeld mijn NMEA signaaldraadjes mee verbonden. Maar doorgaans zijn rijgklemmen toch veel beter omdat je er een veel overzichtelijkere bedrading mee krijgt. Wago klemmen laten zich niet vastzetten en ook niet labelen. Het zijn echter perfecte 'nood' verbinders voor in het reserveonderdelen bakje.