Ik heb geen eigen zeilervaring met een oceaanoversteek, maar er wel veel over gelezen. Interessant voor dit onderwerp kan zijn het boek van Marchaj : Seaworthiness, the forgotten factor. Het is geschreven na het drama met Fastnet race in 1979. De schrijver vindt dat met de ontwikkeling van race jachten de zeewaardigheid minder aandacht heeft gekregen. In het boek wordt ook aandacht besteed aan "seakindlyness". Een definitie hiervan is natuurlijk subjectief. Genoemd wordt de eigenschap van de boot om in ruwe omstandigheden, rustig en gemakkelijk te blijven bewegen. Gemakkelijk gezegd, maar in grote, brekende golven blijft er weinig van over.
Een heel opmerkelijk verhaal is dat van de "Spray" van J. Slocum, die in 1895 tot 1898 alleen de wereld rond zeilde. De "Spray" was een relatief brede en ondiepe boot, gebruikt voor de oestervisserij, die met een gaffeltuig niet erg geschikt leek om ermee rond de wereld te gaan. Opmerkelijk was het zelf-stuurgedrag van de boot. Dagenlang voer de boot met vastgezet roer z'n koers, zonder zelfstuurinrichting of autopilot. Een uitstekende eigenschap voor een zeiljacht. De "Spray" is later uitvoerig geanalyseerd om z'n geheimen te ontdekken. Er zijn naderhand replica's gebouwd en ook in een boek beschreven. ( "In the wake of the SPRAY").
Er zijn talloze andere boeken over zeiltochten over de oceaan, o.a van "Wharram" met z'n catamarans en "Tabarly" met z'n "Pen-Duick's".
Met deze uitersten aan scheepsvormen en ervaringen zou je kunnen stellen dat het inderdaad in grote lijnen weinig uitmaakt met welke rompvorm je vaart. Boeiend is het wel.
Jan