De vraag naar welke bout voor je roer en het bruggetje naar de discussie welke kwaliteit RVS aan boord vind ik niet zo vreemd en de discussie zeker niet onzinnig.
Feit is dat 304 meer roest dan 316, roest is slijtage en verzwakking van je materialen.
Met een bout door je roerkoning zal dat inderdaad niet zo'n vaart lopen, hij breekt inderdaad echt niet zomaar af, tenzij je er 5 jaar mee de wereld rond gaat varen, de fabrikant en (wij als adviseurs) weten dat niet en gebruiken een kwaliteit die dat aan kan en dus voor een schip bedoelt is.
Vanuit de optiek van een bouten en moeren leverancier lever je de juiste kwaliteit voor de juiste toepassing, wil TS wel bruin uitgeslagen moeren op zijn schip? Een schip vaart (vaak) op zout, dan hoor je 316 toe te passen, Erik schildert niet voor niets zijn goedkopere 304 bouten, prima keus maar een fabrikant van schepen zal zijn onbeschilderde bouten in 316 uitvoeren.
Hier wat leesvoer:
AISI 304, 316, 316L en 316Ti
Industrieel gebruikt men veelal de Amerikaanse normalisatie:
• AISI 304 (1.4301) bestaat uit 18% chroom en 8% nikkel. Deze legering is niet magnetisch en niet hardbaar.
• Een meer corrosiebestendige maar duurdere soort is AISI 316 (EN 1.4401) met 16% chroom en 10% nikkel en 2% molybdeen. Type 316 is beter bestand tegen zoutcorrosie
en wordt veel toegepast in de scheikundige industrie.
• 316L (1.4404, "L" staat voor "low carbon") heeft een laag koolstofgehalte om een gemakkelijker lasbaar roestvast staal te verkrijgen, en de corrosiegevoeligheid na het lassen te beperken.
• Een andere manier om dit staal las baarder te maken is door toevoeging van titaan aan de legering, hetgeen het type 316Ti (1.4571) oplevert. Deze oplossing is technisch vrijwel evenwaardig.
Alleen wanneer men architecturale toepassingen beschouwt, moet men rekening houden met een "typisch" slijpbeeld van titaangelegeerde soorten.
RVS 304 of 316?
Het verschil tussen RVS 304 en 316 zit in de samenstelling. RVS 316 bevat 2% molybdeen, waardoor het materiaal beter bestand is tegen spleet- en spanningscorrosie en putcorrosie.
Voor buitentoepassingen of toepassingen waar het materiaal in contact kan komen met chloren of andere zuren bevelen wij dan ook altijd RVS 316 aan.
Roestvast
Inox is een roestvast materiaal doordat het aanwezige chroom bij contact met zuurstof een onzichtbare beschermlaag vormt, de oxidehuid.
Dit laagje beschermt het onderliggende metaal tegen verdere roestvorming. Bovendien herstelt het zichzelf wanneer het beschadigd wordt.
Putcorrosie
Roestvaste staalsoorten zijn zeer gevoelig chloor. Stadswater, zwembadwater, bleekwater (NaOcl), zoutzuur (HCl) en ijzertrichloride (Fe2Cl3) zijn zeer agressief op roestvast staal.
Putcorrosie is de corrosie waarbij zich putjes in het oppervlak vormen. Als bijvoorbeeld roestvast staal AISI 304 in contact komt met chloorhoudend water, van bijvoorbeeld drinkwater of zwembadwater,
dan zal het chloor plaatselijk de beschermende laag chroomoxide (oxidehuid) aantasten. Er ontstaat dan het begin van een ondiep putje, waar zich weer meer chloorionen verzamelen,
waardoor de aantasting bij voorkeur op die plaats doorgaat en het putje dieper wordt. Uiteindelijk ziet het materiaal er grotendeels gaaf uit, maar met een aantal putjes over het oppervlak.